× Home De stichting Ontstaan & Ontwikkeling Wat deden wij? Wat doen wij? Monumentenlijst Wetens-waard Contact

Wetens-waard

Brugjes zijn cultureel erfgoed

Kenmerkend voor de Parallelweg en voor het noordelijk deel van de Koningin Wilhelminalaan in Hardinxveld-Giessendam zijn de vele brugjes. Cultureel erfgoed dat in toenemende mate verdwijnt. Ooit waren er op veel meer plaatsen in het dorp van die aardige bruggetjes. Ze hadden een functie als waterafvoer en scheidden de erven van de openbare weg. Velen zijn ten prooi gevallen aan de tand des tijds, maar vooral aan de welvaart. Elders in Nederland worden brugjes zoveel mogelijk bewaard. Het beleid staat vast en dat wordt uitgevoerd.

 

Straks gooien we de sloten dicht

Een dergelijk beleid past bij een bevolking die trots is op zijn geschiedenis. En dat zijn we in Nederland. Terugkijkend op onze eigen geschiedenis komen we altijd weer terecht bij onze jeugd, waarin we slootje sprongen, of met een klomp met een zeiltje in de sloot gingen varen. Over een plank lopen, die over een sloot lag, was telkens weer een spannende bezigheid. Menigeen heeft dat spelen rondom de sloten met een nat pak moeten bekopen. Binnenkort kan dat niet meer. We gooien sloten dicht om te voorkomen dat er iemand invalt… Nog even, dan sluiten we wegen af, om te voorkomen dat er iemand verkeersgevaar loopt… Wij zijn wereldwijd bezig om ons zorgen te maken over de klimaatverandering. Niet ten onrechte. Als het water stijgt in de mate, zoals wordt verwacht, hebben we hier in Hardinxveld-Giessendam een probleem. Als we niet de nodige maatregelen nemen, krijgen we de situatie, waar we met elkaar in 1995 zo bang voor waren. Dat we zouden overstromen. Tegen het water vechten we al zolang onze omgeving wordt bewoond. In 1997 zijn er vondsten gedaan bij de voorbereiding van de Betuweroute. Op de helling van een donk. De bewoners in de prehistorie waren naar deze donk getrokken om gevrijwaard te zijn van het water. Op die donk woonden ze veilig.

 

We hebben dijken gebouwd

Toen millennia later, in de 10e eeuw na Chr. de huidige Alblasserwaard in ontginning werd genomen, bouwde men de huizen op woonheuvels. Gevrijwaard van het telkens weer opkomende water. We hebben dijken gebouwd, die we zeer frequent verhoogden en verzwaarden, om vrij te blijven van het water. In de eeuwen daarna hebben we vele tientallen keren kunnen ervaren dat het water toch over het land kwam. Velen moesten vluchten. En als het gebied weer droog was, werden de maatregelen genomen om een volgende keer te voorkomen. De sloten werden verbreed en verdiept. De greppels vernieuwd, de weteringen en vlieten op orde gebracht. Het water moest snel kunnen wegvloeien. Om die reden waren er ook in de Hardinxveldse polder tal van sloten en andere wateringen. In de bebouwde omgeving bevonden die zich vooral tussen de weg en de bebouwing. Dat was het beste voor een snelle afvoer van het overtollige (regen)water. Om van de openbare weg naar de huizen te komen waren er brugjes nodig. Oorspronkelijk leken de meeste van die brugjes op elkaar. Dezelfde kromming in het dek, een vrijwel gelijke breedte en op elkaar lijkende open leuningen. Ze liggen er, zijn bijzonder functioneel, maar vallen niet op. Het oog wordt er niet door afgeleid. Vooral vanwege de eenvoudige eenheid.

 

Samen met muren als vestigingen

Toen kwam de auto. De Parallelweg (of welke weg dan ook) was daar niet op berekend. De auto moest ergens in de berm worden geparkeerd, ietwat scheef hangend in het talud. Dat vond menigeen niet prettig. Die auto moest mee naar huis, de sloot over. De bestaande bruggetjes waren daarvoor te smal. En wellicht ook niet sterk genoeg. Er kwamen brede sterke bruggen. Soms met muren als vestingen. Compleet met kantelen of kleine wachttorens. Het oude bruggetje verdween. Werd na zoveel jaren trouwe dienst in elkaar geslagen. Voor hetzelfde geld (maar hoogstwaarschijnlijk voor veel minder) hadden we met elkaar een brede variant bedacht van de oude bestaande brug. Dat zou heel wat fraaier zijn geweest. Want al die nieuwe bruggen zijn gaan opvallen. Zo erg dat ieders blik er door wordt getrokken. Het mooie huis er achter, aan de overkant van de sloot, valt er zelfs een beetje door in het niet. Hoe lang zal het nog duren eer iemand op het idee komt om die sloot maar te dempen. Dat we daarmee de waterafvoer in gevaar brengen is niet van belang. Sterker nog: dat willen we niet geloven. Het zal wel niet zo’n vaart lopen… Of is het toch zo dat je geschiedenis kennen betekent dat je de toekomst aan kunt?